De mastabagraven van Sakkara en Aboesir staan bekend om hun zogenaamde ‘scènes uit het dagelijks leven’. Deze scènes tonen allerlei aspecten van de samenleving in het Oude Rijk, zoals landbouw, handel, ontspanning en voorbereidingen op de begrafenis van de elite grafeigenaar. De betekenis van deze scènes is op veel manieren uitgelegd, van symbolische regeneratie tot meer pragmatische en esthetische intenties. De waarheid ligt waarschijnlijk in het midden. Het is duidelijk dat de scènes het eliteleven laten zien, en geen hiernamaals. Koning en goden zijn niet aanwezig. De decoratie was ongetwijfeld bedoeld om aantrekkelijk te zijn, om de offercultus aan te wakkeren en de naam en sociale status van de grafeigenaar te vereeuwigen. Ongeacht hun specifieke funeraire context kunnen de scènes ons veel leren over het leven tijdens het Oude Rijk.
Eén van de zeldzamere onderwerpen die worden afgebeeld in graven rond de hoofdstad Memphis is de marktscène. Deze komt voor in slechts zeven graven in Sakkara, twee in het nabijgelegen Aboesir, en tevens op de muren van de toegangsweg naar de piramide van Oenas. De marktscène beslaat vaak meerdere registers, en toont verkopers en kopers van allerlei goederen: brood, bier, groente, vis, gevogelte, vlees, vaatwerk, linnen en gegraveerde zegels. Interessant is dat we individuele transacties zien plaatsvinden (zoals bier in ruil voor vis) en soms zelfs de relatieve waarde van de producten (zes Smd-broden voor twee eenheden zw.t-graan). De afgebeelde markt is drukbezocht en levendig, met handelaren die hun waren aanprijzen, klanten die onderhandelen, bewakers met aangelijnde bavianen en een verscheidenheid aan oude mannen, jonge mannen, vrouwen en kinderen.
In feite bevat de helft van de bewaarde marktscènes vrouwen die actief bezig zijn met het kopen en/of verkopen van waar. In het graf van Nianchchnoem en Chnoemhotep zien we een vrouw met een kind op sleeptouw die vijgen of granaatappels lijkt te kopen. Ze overhandigt een schaal aan de verkoper, om deze te vullen met fruit of om (de inhoud ervan) als ruilmiddel aan te bieden. In het volgende register is een vrouw bier aan het schenken in de schotel van een hurkende man die aan een lente-uitje knabbelt. Hij is afgeladen met boodschappentassen en zegt: “Vul me bij, ook al zit ik vol. De graan is van een goede soort.” De vrouw wordt Tn.t genoemd, verwijzend naar de schalen bier die ze verkoopt aan passerende klanten. Een register daaronder hurkt een vrouw bij een mand met drinkbekers, waarvan ze er een aanbiedt aan een passerende koper met buidel en ui. Hij draagt of biedt een waaier aan in ruil. De marktvrouw prijst haar waar aan met de woorden: “Zie, iets om uit te drinken.”