In 1960 begon Egypte met de bouw van de Hoge Aswandam. Hierdoor werd de jaarlijkse overstroming gereguleerd en kon er elektriciteit worden opgewekt. De bouw van de dam creëerde echter ook een groot stuwmeer dat vele monumenten bedreigde met overstroming. Om zoveel mogelijk van deze kostbare gebouwen te behouden startte UNESCO een spraakmakende reddingsactie waarbij vele tempels ontmanteld werden. Bekende tempels als die van Aboe Simbel en Philae werden buiten bereik van het water teruggeplaatst op een wijze die niet doet vermoeden dat ze niet op hun oorspronkelijke locatie staan.

Als dank voor hun hulp aan de reddingsactie kregen West-Duitsland, Spanje, Nederland, de Verenigde Staten en Italië ieder een van de geredde bouwwerken. De Taffeh-tempel die te bewonderen is in de entreehal van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden is één van deze vijf geschonken tempels. De Verenigde Staten ontvingen de tempel van Dendur, nu te bezichtigen in het Metropolitan Museum of Art in New York. De tempel werd in 1963 ontmanteld en in 1965 aan het museum aangeboden. Op 21 augustus 1968 kwam de tempel aan in New York in 640 kratten die meer dan 800 ton wogen. Pas in 1978 werd het bouwwerk geïnstalleerd in de speciaal daarvoor gebouwde Sackler-vleugel van het museum.

In tegenstelling tot onze eigen tempel hebben we hier te maken met een gedecoreerde tempel in de stijl uit de Grieks-Romeinse periode. Naast deze Grieks-Romeinse tempeldecoratie springt een ander interessant detail in het oog als men het gebouw bekijkt. De muren staan namelijk vol met de namen van reizigers uit de 19e eeuw. In dit artikel zullen we nader ingaan op de vraag wie enkele van deze mannen waren en wat ze in Egypte deden.

Lees verder: Reizigersgraffiti in de tempel van Dendur